Standwerkers
Volgens het woordenboek is een standwerker een marktkoopman die door welsprekendheid kopers tracht te lokken.
Beter gezegd is een standwerker een ambulante handelaar waarvan de activiteit uitsluitend bestaat uit het te koop aanbieden op wisselende markten van een al dan niet wisselend product, waarvan hij de kwaliteit prijst en de gebruikswijze uitlegt door middel van een betoog en/of demonstratie met de bedoeling deze beter bekend te maken aan het publiek en aldus de verkoop ervan te bevorderen.
De standwerker is echt iemand van de markt. Je komt hem bijna nergens anders tegen. Hij maakt mee de sfeer op de markt. Hij maakt van zijn verkoop een echte show. Hij lijkt wel een toneelspeler. Rond zijn kraam staan grote groepen mensen. Ze worden aangesproken, uitgedaagd, ze lachen en ... verkopen. Het is een echte kunst. Een standwerker heeft meestal maar één ding te koop. Het is altijd iets bijzonders of vreemds. Volgens hem kan niemand het missen. Of het te betrouwen is, weten de kopers meestal pas achteraf. Maar eigenlijk zouden de kopers met klachten altijd op een adres terecht moeten kunnen. Dat staat meestal wel op de verpakking.
Voor het toewijzen van losse standplaatsen hebben standwerkers vaak geen prioriteit. Alle houders van machtigingen voor ambulante activiteiten als werkgever (dus ook standwerkers), die volgens de eventuele vastgelegde quota of specialisatie in aanmerking komen, zijn kandidaat voor een losse standplaats. Indien er meerdere kandidaten zijn heeft de gemeente via haar reglement de keuze om de losse standplaats toe te kennen volgens de chronologische volgorde van aankomst op de openbare markt of volgens loting. Wanneer de volgorde van aankomst op de openbare markt tussen twee of meerdere kandidaten niet kan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting.
Wegens het onvervreemdbaar en onaantastbaar karakter van het openbaar domein verbiedt de wetgever in principe elke overdracht of elke onderverhuring van een standplaats op het openbaar domein, tenzij de wetgever zelf dit volgens bepaalde wettelijke voorwaarden toelaat. De onderverhuring van een standplaats op het openbaar domein, door de wetgever toegelaten, heeft een uitzonderlijk karakter waarbij de wettelijke voorwaarden strikt nageleefd moeten worden. Deze wettelijke voorwaarden worden voortaan geregeld door art 36 van het KB van 24 september 2006, tot uitvoering van de wet van 4 juli 2005 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten. Volgens deze wettelijke bepaling kunnen standwerkers, die een abonnement voor een standplaats verkregen hebben, hun tijdelijk gebruiksrecht op deze standplaats onderverhuren aan andere standwerkers namelijk:
- rechtstreeks aan een andere standwerker;
- aan een andere standwerker langs een vereniging om die voor alle standwerkers zonder discriminatie openstaat.
De onderverhuurde standplaats behoort dus NIET toe aan de vereniging van standwerkers. De betrokken standwerker kan uiteraard lid zijn of worden van deze vereniging die instaat voor de organisatie van de onderverhuring.
De standplaats blijft dus steeds toegewezen aan een standwerker (hetzij voor eigen rekening, hetzij als rechtspersoon) en wordt nooit aan de vereniging van standwerkers zelf toegewezen. Al naargelang, deelt de standwerker of de vereniging aan de betrokken gemeenten of concessionarissen de lijst van standwerkers mee, aan wie het tijdelijk gebruiksrecht van de standplaats werd onderverhuurd. Indien één van deze standwerkers niet aanwezig is, kan de gemeente over deze plaats beschikken en ze bijvoorbeeld als losse standplaats toewijzen.